Onze behandelingen en therapieën zijn gestoeld op een systeemgerichte benadering.
Wij werken vanuit de visie van Ivan Boszormenyi-Nagy, psychiater (1920-2007). Nagy’s werk staat bekend onder de naam ‘contextuele therapie’. Eén van de centrale ideeën hierin is de onvoorwaardelijke loyaliteit tussen ouders en kinderen. Kinderen krijgen van hun ouders het leven, daardoor zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij het oneindig groot cadeau van het leven voelt elke mens namelijk de drang om iets terug te geven. Kinderen (ook volwassen kinderen) doen dit volgens Nagy door iets van het eigen leven te maken of door bijvoorbeeld zelf kinderen te krijgen. Behalve de loyaliteit die ontstaat door de geboorte, voelen kinderen zich ook loyaal tegenover mensen die voor hen zorgen en hen opvoeden. Het is de zogenaamde ‘verticale loyaliteit’. Daarnaast had Nagy ook aandacht voor ‘horizontale loyaliteit’, bijvoorbeeld tussen boers en zussen.
Nagy gebruikte graag het beeld van een balans: geven en nemen moeten in evenwicht zijn. Kinderen krijgen van hun ouders, maar geven ook terug. In de meeste gezinnen loopt dat vanzelf goed, maar soms raken relaties verstoord. Dan treedt er volgens Nagy een onevenwicht op tussen geven en nemen. Wat uit balans raakt in één generatie, wil de volgende weer in evenwicht brengen. Denk bijvoorbeeld aan parentificatie: wanneer ouders moeilijk voor hun eigen kinderen kunnen zorgen, nemen kinderen in het gezin soms de rol van verantwoordelijke volwassene op zich. Wanneer kinderen hiervoor geen erkenning krijgen, bestaat het risico dat zij later met hun kinderen een onevenwichtige relatie aangaan. Wanneer het moeilijk is om de pedagogische erfenis te doorbreken, ontstaat een vicieuze cirkel. Daarom werkte Nagy vaak met stambomen en genogrammen. Zo zie je patronen over verschillende generaties heen.