Met ruim veertig jaar ervaring als psychiater en psychoanalyticus zie ik de onveranderlijkheden en de ontwikkelingen. Mensen zijn nog steeds in de war, somber en angstig. Maar er zijn veel meer mogelijkheden waar we samen aan kunnen werken. Je kunt medicatie geven, verschillende technieken toepassen, het gezin erbij halen, de partner, kijken naar de geschiedenis of juist waar het naartoe gaat; een meer oplossingsgerichte benadering.
Familie doet er daarbij toe, ze is bondgenoot in de behandeling van patiënten.
In een maatschappij waar we voortdurend alles willen controleren, moeten we ervoor waken dat we niet te veel meten waardoor we niet toekomen aan de verbetering van iemands situatie. Wij nemen heel de mens in ogenschouw en behandelen niet enkel afzonderlijke ziekten of aandoeningen. Het gaat erom dat we mensen leren omgaan met hun aanleg of handicap en niet proberen ze te laten voldoen aan het plaatje van ‘de gezonde mens’, die toch niet bestaat.